
Een “Huize Europa”
Onlangs stond in de krant te lezen dat de bekende auteur Benno Barnard slaags was geraakt op een trein met een andere treinreiziger. Een man van Arabische afkomst weigerde op vraag van de treinbegeleidster zijn sigaret te doven waarop de auteur de sigaret uit de mond van de man haalde. Daarop sloeg de man van Arabische afkomst, die eerder overigens net voor een Congolese vrouw op de grond had gespuwd, hem. Barnard sloeg de man terug en uiteindelijk konden twee andere passagiers de agressieveling in bedwang houden tot de politie hem in het eerstvolgende station kwam ophalen.
De anti-nationalistische Barnard is bestuurslid van Bplus. Een drukkingsgroep die pleit voor een versterkt federaal België. Onder andere Bart De Wever mocht het vorig jaar nog ontgelden vanwege zijn, aldus Barnard, sympathieën voor de minder eerbare aspecten van de Vlaamse ontvoogdingstrijd.
Barnard’s verregaande adoratie voor ons federale systeem lijkt vanwege zijn Nederlandse nationaliteit echter eerder als puur ideologisch dan als emotioneel te verklaren (alhoewel ideologie en emotie vaak bloedverwanten zijn).
In de Huizinga-lezing die hij in 2002 mocht geven, “Tegen de draad van de tijd. De ware aard van Europa” is een beeld terug te vinden van de ideologische onderbouw van deze auteur.
Volgens Barnard stierf het ware Europa in 1914. Het begin van de Eerste Wereldoorlog betekende ook het einde van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie met de Habsburgse keizers aan het hoofd. Voor Barnard is de Donaumonarchie namelijk het ideaalbeeld dat het huidige Europa na zou moeten streven.
Een rijk waar meerdere volkeren en talen in zogenaamd wederzijds respect met elkaar samenleven. Een ideaalbeeld natuurlijk, maar voor Barnard het Europa waar alles zou moeten worden zoals het nooit geweest is.
Zijn Europa verwoordt hij dan ook aan de hand van Roth die zijn vaderland omschreef als:”Mijn oude Heimat, de monarchie, was een groot huis met vele deuren en kamers, voor verschillende soorten mensen. Het huis werd opgedeeld, gespleten, vernield. Ik heb er niets meer te zoeken.” Volgens Barnard een geschikte uitspraak om in Sarajevo of Brussel uit te hangen. Nationalisme is voor hem dan ook de splijtzwam die het grote huis opdeelde waar eens voorheen iedereen onderdak in vond.
Volgens Barnard was het het nationalisme dat een aangenaam en fatsoenlijk samenlevingsmodel wist te verpesten.
In de Donaumonarchie liep heel wat mis, maar dat zou een moderne vorm van rechtsgelijkheid en een dito scheiding van kerk en staat, samen met enkele wijzigingen inzake de positie van de regio’s, volgens Barnard kunnen rechttrekken.
Barnard’s Europa is geen Europa dat naar centralisme neigt, noch een Europa dat enkel een economische samenwerking is. Het is waarlijk een Huize Europa. Een Europa waarin elk volk en elke taal een evenwaardige plaats kent, waarin iedereen zijn eigen kamer heeft, maar waarin iedereen elkaar tegenkomt in de gangen van het grote gemeenschappelijke gebouw.
Samenwonen in een huis kan enkel mits duidelijke afspraken, mits duidelijke regels, en deze kunnen enkel tot stand komen indien er wederzijds respect is.
Waarom het huis afbreken en onderverdelen in appartementen, als we er samen terug een groots en statig huis van kunnen maken. Een Huize Europa.
Hoe we een dergelijk ideaalbeeld moeten concretiseren, zeker binnen de huidige periode van EU-impasse is onduidelijk; dat ze als ideologische onderbouw zou kunnen gebruikt worden om uit deze impasse te komen is in ieder geval niet ondenkbaar.
Ook op vragen over wat Europa precies is geeft Barnard zijn mening weer. Als rode draad in zijn tekst geld de stad Czernowitz. Vandaag gelegen in Oekraïne, maar ooit een stad aan de rand van de Donaumonarchie, niet anders dan Leuven of Maastricht, waar de wereldberoemde econoom Schumpeter doceerde en zijn “Theorie der wirtschaftlichen Entwicklung” schreef.
Onze geschiedenis brengt Huize Europa nu eenmaal, zo omschrijft Barnard op poëtische manier, tot aan de Russische beer en de islam van Attatürk.
Onze geschiedenis is voor Barnard dan ook uiterst belangrijk. Het maakt deel uit van onze Europese beschaving.
Het belang dat hij hecht aan de geschiedenis wortelt dan ook in zijn geloof in de kracht van het conservatisme. Het geheim van de verlossing ligt hem namelijk in de herinnering leerde de talmoed ons al.
Een open visie op Europa, waarbij het verleden de basis vormt van het potentieel voor de toekomst, dit is waar we nu naar moeten streven willen we het project van vrede en welvaart voor ons continent een nieuwe kans geven.
Benno Barnard is een noemenswaardig auteur en dichter maar staat niet bekend als een groots ideoloog. Ook zijn Huizinga-lezing is niet bepaald een politiek traktaat. Toch kunnen we in die tekst van hem heel wat ideologisch krachtige zaken terugvinden.
Wat leren we van Barnard? Dat conservatisme ons doet kijken naar het verleden, dat we uit onze fouten kunnen leren en bij het uitstippelen van onze weg rekening dienen te houden met de reeds afgelegde weg die ons gebracht heeft tot op het huidige punt. Echter evenzeer dat we niet in Roth’s conservatisme mogen vervallen en schreeuwen dat alles dient te blijven zoals het nooit geweest is.
De visie van een Huize Europa mag tevens niet zomaar van tafel geveegd worden. Ze is uiteraard lang niet onderbouwd genoeg om het complexe probleem dat Europa is aan te pakken. Noch diepgaand genoeg om effectief als theorie te dienen voor een alternatieve structuur van onze Europese samenwerking. Maar als onderliggende basisgedachte van de ideologie waarop we ons Europa kunnen creëren kan het Huize Europa-gedachte ongetwijfeld een grote rol spelen.
Als de inwoners van het huis echter geen respect voor elkaar kunnen hebben, als ze niet op een correcte manier met elkaar kunnen omgaan, dan zullen de muren van het huis niet lang kunnen blijven rechtstaan.
Er loopt veel mis rondom ons, maar we blijven de andere kant opkijken. Benno Barnard stond niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk op en reageerde op wat hij rondom hem zag misgaan. Dat dit met agressie gepaard gaat, spreekt weinig goeds over de man, maar hoeveel mensen reageren vandaag de dag nog wanneer hun medemens over de schreef gaat en daarbij vaak anderen kwetst? Het aanspreken van anderen en in contact treden met de medemens, ook het hen verantwoordelijk stellen voor de onaanvaardbare zaken die gebeuren, zijn zaken die we in onze geïndividualiseerde alles-kan-alles-mag-maatschappij verloren zijn.
Laten we ze terug omarmen, daarbij echter steeds wakend voor het verstarrende opgeheven vingertje of nog erger de opgelegde dwang.
De eerste stap naar een Huize Europa ligt namelijk niet alleen aan het Schumannplein te Brussel, maar evenzeer aan het stationsplein van Brussel-Zuid.
Pieter M