donderdag, februari 23, 2006

Koningin der badsteden



Koningin der badsteden

Oostende en de verkiezingen die ook aldaar plaatsvinden op 8 oktober zijn het toneel geworden van een politieke machtsstrijd van het allerhoogste niveau. Een waar voorbeeld van het uiterst intrigerende schaakspel dat politiek is. De inzet van de potentiële al dan niet beslissende zet: zal Jean-Marie Dedecker de VLD-lijst trekken of niet? Duizenden verschillende kronkels eigen aan de toppolitiek spelen in dit verhaal mee. Van de VLD’s lokale strijd om zich binnen de coalitie te dringen, over haar en VLD nationaal hun strijd om Vandelanotte z’n oppermacht te breken, tot zelfs de hoop om op nationaal niveau zich te ontdoen van enfant terrible Dedecker. Want die man zijn populariteit is voor VLD te groot geworden. Een populariteit die VLD een grote troef aanbood in tegenvallende tijden. Dedecker houdt meerdere liberale maar ook potentiële Belang stemmers binnen de rangen van Verhofstadts partij. Maar net daardoor is de VLD steeds minder Verhofstadts partij. Dedecker stookt keet en valt op die manier in de smaak van velen die de partij anders de rug zouden toekeren. Voorlopig blijft deze meerwaarde zijn partij trouw in zijn ontrouwheid. Maar trouwheid dient beloond te worden, en wel dringend. Een fractieleiderschap, ministerschap of andere prominent uitvoerend mandaat zou de man misschien kunnen af doen koelen en hem tevreden stellen. Maar wat heb je als partij nog aan een brave Dedecker? Ligt zijn meerwaarde net niet in zijn luid “oppositie binnen de partij”-gebrul? Hier ligt dan ook de dubbelzinnigheid van de man. Nu is hij nog nuttig voor VLD, maar eens hij effectief beloond dient te worden en in een uitvoerende functie zijn wilde haren zal moeten afscheren loopt hij het risico dat zijn achterban hem laf geworden zal vinden. Mogelijks het einde van zijn grote populariteit. Oostende kan nu voor VLD-nationaal de ideale kans zijn. Haalt Dedecker er een resultaat naar zijn huidig stempotentieel dan kan hij daar eindelijk een uitvoerend mandaat gaan opnemen, ver weg van waar de belangrijke politici hun ding doen. Haalt hij het niet in de strijd tegen Vandelanotte, een waarschijnlijkheid gezien het lokaal potentaat dat de huidige sp.a-voorzitter er heeft weten op te bouwen, dan krijgt Dedecker’s imago en hopelijk ook ego eindelijk de deuk waar ze bij de VLD top op zitten te wachten. Dedecker ziet het potentiële risico van Oostende uiteraard in en wil enkel meedoen in ruil voor garanties naar 2007 toe.
Dit uiterst interessante politieke machtsspel zal hoogstwaarschijnlijk een uiterst verrassend en intrigerende afloop kennen, het politieke machts- en schaakspel waardig. Wat het ons vooral voor de zoveelste keer aantoont is datgene waar het allemaal om draait. Tactiek. Elke zet waar anderen je toe dwingen kan je in je eigen voordeel doen uitdraaien, maar evenzeer kan een val die je zelf opzet je eigen einde betekenen. Je ergste vijanden, zij die je in de val proberen te lokken en voor wie jij een put probeert te graven, zijn je eigen partijgenoten. De vijand in politiek mag dan zogezegd een andere partijkleur hebben, diegenen waarmee je de ware strijd op leven en dood aangaat zijn zij met dezelfde partijkaart als de jouwe.

Benjamin D

maandag, februari 13, 2006

Denktank: Vrije meningsuiting vs. Religie ?







Vrije meningsuiting vs. Religie ?

Naar aanleiding van de “Cartoons”kwestie: moet de vrije meningsuiting absoluut zijn of zijn er grenzen. Zo ja, waar liggen die grenzen?

Denktank
















De Club van Brugge stelt voor: de “Denktank”.

De “Denktank” is een nieuw onderdeel bij van de Club van Brugge.
Binnen de “Denktank” is het de bedoeling dat de bezoekers van de site rond een centraal onderwerp zijn of haar mening kan formuleren. Niet langer een tekst met daarin reeds de stelling van de Club van Brugge, maar een open onderwerp ligt hier dus aan de basis van de discussie. Aan de hand van een discussie kan de Club van Brugge zo tot een standpunt komen omtrent het besproken onderwerp.

donderdag, februari 09, 2006

Uitbreiding euthanasiewet














Uitbreiding euthanasiewet

"Maar ik denk nog het meest van al aan de bejaarden met Alzheimer of andere handicaps, aan de ongeboren kinderen, aan de wilsonbekwamen die zelf hun wil niet kunnen uiten en waar anderen dreigen te beslissen of ze nog blijven of best uit het leven weggaan". Deze uitspraak van kardinaal Danneels tijdens zijn kerstavond-mis, deed uit paarse hoek een storm van protest opwaaien. De kardinaal had het immers gemunt op een uitbreiding van de euthanasiewet en senatoren als Jacinta De Roeck ( sp.a ) en Jeanine Leduc (vld ) waren er als de kippen bij om deze uitspraak te veroordelen als 'een ongeoorloofde inmenging van de kerk in de politiek'. Hierop haastte de woordvoerder van de kardinaal zich dan weer om te benadrukken dat de kardinaal geen politiek statement had willen stellen, maar enkel een boodschap naar de gelovigen toe had willen verkondigen.
Waarover gaat de mogelijke uitbreiding van de euthanasiewet eigenlijk?
In 2002 werd de eerste euthanasiewet goedgekeurd. België kon er volgens de paarse regering 'trots' op zijn de meest liberale euthanasiewet ter wereld te hebben. De wet laat actieve levenbeëindiging toe in geval van 'ondraaglijk lijden'. Dat ondraaglijk lijden moet niet noodzakelijk fysisch zijn; psychisch lijden staat uitdrukkelijk in de wet vermeld als een mogelijke grond voor euthanasie. Mensen met een zware depressie, die reeds jaren aansleept, komen dus eveneens in aanmerking. Over de mogelijke rol van palliatieve zorg als alternatief voor euthanasie, rept de wet geen woord. Mensen van palliatieve zorg kunnen er immers vaak in slagen, door hun jarenlange ervaring met stervensbegeleiding, de angst van ongeneeslijk zieke mensen voor wat komen zal te verlichten. Toch vond de wetgever het niet nodig om palliatieve zorg, als alternatief voor euthanasie, nog eens te belichten. Kritiek op de wet werd gepareerd met het feit, dat men wist dat de wet niet perfect was, maar dat ze nog altijd kon aangepast worden... Een wet die gaat over levensbeëindiging!
Aangezien deze wet enkel toepasselijk is bij meerderjarigen of ontvoogde meerderjarigen, zit de wetgever momenteel met een probleem. Wat immers met minderjarigen en dementerenden die hun wil niet (meer) te kennen kunnen geven? Daarom wil men nu de wet uitbreiden naar minderjarigen ( waar gaat men de leeftijdsgrens trekken? ) en dementerenden. Deze laatsten zouden d.m.v. een levenstestament, opgemaakt wanneer ze nog ten volle bij hun verstand zijn, te kennen kunnen geven euthanasie te willen ingeval dat ze dement zouden worden. Hoewel een levenstestament ook al toegelaten was onder de wet van 2002, zit men hier toch met een probleem: het is immers moeilijk te bepalen of een dementerende, die zelf zijn wil niet meer te kennen kan geven, ondraaglijk psychisch lijdt.
Dat is nu ook precies het probleem dat ik met die uitbreiding heb: ik vraag me af hoe iemand bij volle verstand, kan inschatten hoe hij zich zou voelen mocht hij dementeren? Velen onder ons hebben wellicht het beeld voor zich van rochelende, kwijlende ( excuseer mij voor het taalgebruik ) bejaarden die wezensloos voor zich zitten uit te staren. De Standaard wees er in de periode tussen kerst en nieuwjaar op met een paar getuigenissen van kinderen, wiens ouders dementeerden, dat dit niet noodzakelijk het geval hoeft te zijn. Een zoon getuigde o.a. hoe zijn vader nog genoot van zijn dagelijks sigaartje en hoewel, niet meer bij zijn volle verstand, nog met zijn kleinkinderen speelde die hij niet meer herkende. Ook een dochter met een dementerende moeder, getuigde hoe haar moeder toch nog glimlachend liedjes uit haar kindertijd kon zingen.
Met deze uitbreiding zou men mensen echter toelaten hun eigen doodsvonnis te tekenen. Indien ik, mij nog niet bewust van de dementie die zou volgen, zo'n testament opgemaakt heb, dan kan ik niet meer terug op het moment dat ik dement word. Ik ben dan immers niet meer in staat om 'mijn wil te uiten' en dat testament is dan onherroepelijk, ook al beleef ik, met een kinds verstand, nog aangename dagen. Beeld u in dat ik dan zou -op basis van een vroeger getekend levenstestament- meegenomen worden om een 'verlossend' spuitje te krijgen...
Voorstanders van deze uitbreiding beweren dat ze juist de zwakken en de weerlozen, door hun de mogelijkheid van euthanasie te bieden en deze 'mensonterende' situatie van dementering niet te moeten meemaken, willen beschermen. Dit laatste kan ons alleen maar cynisch stemmen: in welke maatschappij leven wij als de waarde van het menselijk leven beginnen af te meten aan de hand van de geestestoestand waarin iemand zich bevindt?Bij deze wil ik de kardinaal dan ook feliciteren en hem aanmoedigen om ook in zijn toekomstige preken de zwakken en de weerlozen te blijven verdedigen!

Alexander L

woensdag, februari 08, 2006

Het Russisch Leger









Het Russische Leger

Onlangs werd de wereld opgeschrikt door een afgrijselijk bericht: Andrej Sitsjev was op oudejaar urenlang vastgebonden aan een tank en gemarteld geweest door zijn officieren. Wanneer de officieren wat moe worden en besluiten een stapje te gaan zetten in de nabijgelegen stad laten ze Andrej voor dood hangen die ondertussen aagevreten wordt door koudvuur.
Gevolg van deze lugubere grap: de 19 jarige Andrej verliest al zijn vingers, zijn beide benen en zijn genitaliën.

Hoe afgrijselijk dit ook is, het is nog erger om te weten dat dit geen alleenstaand geval is. Dit ritueel, dedovtsjina, was oorspronkelijk bedoeld als een doop voor nieuwe rekruten maar is uitgegroeid tot de vrees van elke jonge Rus die het leger binnenkomt.
Het is dan ook geen verwondering te zien dat desertie en zelfs zelfmoord geen loze woorden zijn voor jonge Russen die hun oproepingsbevel in de bus krijgen.

Na 25 dagen kwamen berichten van deze mensonterende daad begaan tegen Sitsjev Moskou binnen en gingen honderden Russen protesteren voor het Ministerie van Defensie en eisten ze het ontslag van de Minister Ivanov. Aangezien deze laatste een oude makker is van Poetin uit de tijd dat ze samen bij de KGB zaten is de kans klein tot onbestaande dat er hier wat aan zal gedaan worden.
Poetin verzekerde dat hij de officieren voor de krijgsraad zou dagen.
Aangezien een onafhankelijke rechter in Rusland echter al enige tijd zeldzamer is dan een niet brandende Deense vlag in het Midden-Oosten zal dit schandaal echter hoogstwaarschijnlijk een stille dood sterven.

En deze praktijken zijn slechts het topje van de ijsberg: zo is het bijvoorbeeld bon ton voor Russische officieren om met hun regiment de streek waar ze gelegerd zijn door te trekken en hun manschappen te verhuren aan het bedrijf dat best wel enkele weken goedkope krachten kan gebruiken, het zal wel niemand verbazen dat er af en toe eens een soldaat sterft tijdens deze praktijken.
Dit is slechts één van de vele manieren hoe de officieren een zakcentje bijverdienen.

In 2002 werd het al duidelijk dat er iets niet klopte in het Russiche leger, en de legerleiding maakt inderdaad bekend dat er in de eerste zes maanden van 2002 reeds 185 soldaten zelfmoord hadden gepleegd en er een 2000 tal gedeserteerd waren.
Deze cijfers zijn hoogstwaarschijnlijk met een korrel zout te nemen en de zaak is waarschijnlijk minder schrijnend voorgesteld dan ze werkelijk is.

In 2004 trok de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch aan de alarmbel en waarschuwde ze de wereld dat het zo niet verder kon in het Russisch leger, dat er elk jaar duizenden nieuwe rekruten in het Russisch leger systematisch gepest en uitgebuit werden, wat tevens elk jaar leidde tot tientallen doden.
In datzelfde jaar publiceerde Anna Politkovskaja haar boek: “Poetins Rusland”
Deze Anna P. krijgt internationale erkenning voor haar poging tot objectieve verslaggeving over Rusland en werd ondermeer wereldwijd bekend toen ze op weg naar Beslan om daar over het gijzelingsdrama te gaan verslaggeven, werd vergiftigd.
Deze dame schrijft in haar boek over het échte Rusland waarbij ze heel Rusland is rond getrokken om getuigenissen van moeders wiens zonen verdwenen zijn in het Russische leger in haar boek te verwerken.

Ze begint haar boek met de volgende beschrijving van het Russische leger: “De burgerlijke autoriteiten hebben hier geen controle over wat het leger uitvoert. Een soldaat behoort tot de laagste kaste in de hiërarchie. Hij is niemand, hij is niets. Achter de betonnen muren van een militaire barak kan een officier met een soldaat doen wat hij wil.”

Het wordt dringend tijd dat men in het Westen de ogen gaat opendoen voor wat er in Rusland aan het gebeuren is. Mensenrechten worden er met een verbazingwekkende snelheid en op een alarmerende grote schaal overboord gegooid.
Uiteraard zal er niks gebeuren zolang de publieke opinie hier niet om vraagt. Het is dan ook noodzakelijk om grote aandacht te schenken aan de weinige berichten en werken die erin slagen de censuur van Poetin te ontwijken en door te sijpelen in onze media.

Maarten M

POLITKOVSKAJA A. Poetins Rusland. Londen, 2004, 350p.

zondag, februari 05, 2006

Responsabiliseren












Responsabiliseren

Onlangs werd bekend dat maar liefst drie vierde van de Vlaamse jongeren niet op de hoogte is van hoe je nu precies AIDS kan oplopen. Een belabberd resultaat, eerst en vooral rekening houdend met het feit dat deze ziekte voor een enorme problematiek in andere werelddelen verantwoordelijk is, en ook in ons continent de mogelijkheid bestaat dat ze dergelijke verwoestende proporties zou kunnen aannemen. In tweede instantie gezien het feit dat er op zeer grote schaal aan campagnes is gedaan de afgelopen jaren, alsook met het feit dat lessen betreffende seksualiteit vandaag de dag in alle scholen aan bod komen, waarbij inlichtingen over de soa’s een hoofdrol spelen.
Inspanningen, in de vorm van campagnes, werden er dus zeker al heel veel genomen. Inspanningen die echter duidelijk niet geholpen hebben. Toch was de eerste reactie op deze zorgwekkende cijfers vanuit de overheid dat er nog meer en hernieuwde inspanningen zouden gedaan worden om de jeugd in te lichten. Nieuwe campagnes dus. Terwijl deze nu net niet effectief genoeg bleken te zijn.
Het verspreiden van informatie over een letterlijk en figuurlijk doodernstige problematiek als AIDS, gebeurt met een gelijkaardig medium als waarbij men mensen coca-cola of pepsi wil doen drinken en een bepaald gsm-merk wil doen kopen. Zijn reclamecampagnes het antwoord wanneer het over dergelijke zaken gaat? Kunnen we jongeren duidelijk maken hoe ernstig het AIDS probleem is, alsook hen inlichten over hoe ze deze ziekte kunnen oplopen en dus moeten proberen te voorkomen, op eenzelfde manier als waarop men ze om hun consumptiemogelijkheden probeert te strikken? Het antwoord kan toch niet anders zijn dan neen. Zeker in het licht van deze nieuwste gegevens.
Promotiecampagnes kunnen duidelijk de rol niet spelen die van ze verwacht worden in dergelijke gevallen. Het algemene doel, alsook van een dergelijke campagne, zou het responsabiliseren moeten zijn, terwijl dit met een medium gebeurt dat hiertoe niet in staat blijkt te zijn bij deze doelgroep.
Een nieuwe aanpak is dan ook nodig. Responsabiliseren en duidelijk maken dat het een ernstige aangelegenheid betreft is misschien niet zo hip, maar we moeten prioriteiten durven stellen en wanneer het dergelijke cruciale potentieel toekomst hypothekerende zaken betreft mogen we er niet van terugschrikken “onhip” te zijn en ook effectief een kat en kat te noemen. De hedendaagse jongeren dus duidelijk op hun verantwoordelijkheden wijzen. Hoe we dat echter moeten aanpakken is een veel breder maatschappelijk probleem. Onderwijs kan vaak haar rol in deze niet langer op een efficiënte manier vervullen. Het is vandaag de dag echter lang niet zo slecht gesteld met de jongeren als velen mogen beweren. Het feit dat ze misschien niet weten hoe ze AIDS kunnen oplopen wil niet zeggen dat ze losbandig zouden zijn. Indien men ze op school op een volwassen manier kan benaderen en deze, of gelijk welke zaak of problematiek, met hen op een duidelijke manier kan behandelen kunnen we de jeugd zeker en vast responsabiliseren in plaats van hen op een “hippe”, daartoe weinig efficiënte manier te benaderen. Onderwijs speelt daarin, alsook in de algemene opvoeding van de jeugd, een grote rol waarbij we ernstig moeten nadenken op welke manier we dit willen aanpakken. Het responsabiliseren en het wijzen op de verantwoordelijkheden die men draagt mag daarbij zeker niet ontlopen worden.

Pieter M