woensdag, oktober 10, 2007

Mentor



Volgens Plato is kennis de deelverzameling van waarheden en geloof. Kennis is een verzameling van datgene wat we met een redelijke mate van zekerheid waar of nuttig achten. Kennis is echter veel meer dan datgene wat in boeken, artikels en op websites staat. Ervaring is een vorm van kennis die elke mens opbouwt gedurende zijn leven. Met elke mens die sterft, gaat een gans universum aan bruikbare kennis verloren.

“Zelf schepte hij er groot genoegen in om zijn ervaring te kunnen overdragen aan een volgende generatie. Spaak was uiteindelijk meer een mentor dan een baas. Een baas zegt wat je moet doen. Een mentor helpt je om in een bepaalde richting te ontwikkelen.” Deze uitspraak is van Etienne Davignon over zijn tijd op het kabinet van Paul-Henri Spaak. Net zoals honderden voorbeelden uit de geschiedenis kon Etienne Davignon zijn leerproces uitbouwen met de hulp en ondersteuning van een mentor. Aristoteles was leerling van Plato, zelf was hij de leermeester van Alexander de Grote, Thomas Hobbes was korte tijd de secretaris van Francis Bacon,... Zo kon de kennis van deze mensen ook verder leven en kon voortgebouwd worden op hun visie en ontdekkingen. Vandaag spreken sommigen nog over die en die grote naam die ze als mentor claimen, maar de ware betekenis van een mentor is jammer genoeg zo goed als verloren gegaan.

Rentmeesterschap is een waardevolle ideologische tak aan de Christendemocratische boom die helaas slechts weinig van haar bladeren heeft kunnen behouden. Niet enkel ons leefmilieu, de door ons opgebouwde welvaart maar ook onze kennis dienen we over te dragen. Dit kan in boeken maar deze zullen nooit al onze kennis en ervaring kunnen omvatten. Daarom hebben we nood aan een hernieuwd pleidooi voor de mentorgedachte. Een mentor is iemand die een persoon helpt een weg te vinden in datgene waar die persoon mee bezig is in zijn dagelijks leven. Niet enkel de toppolitici, zoals Spaak en Davignon, niet enkel de filosoof als Plato en Aristoteles, maar ook de bakker en slager, de ondernemer, de leerkracht, de opvoedster en de landbouwer, allen beschikken ze over een belangrijke ervaring en kennis die ze aan een volgende generatie kunnen overleveren.

In onze individualistische samenleving hebben we veel respect voor de zogenaamde self made mensen. Zij die het zonder enige steun of hulp van anderen op basis van hun eigen talenten hebben waargemaakt. Hun eigen weg zochten zonder gebruik te maken van de routekaarten die ze aangereikt konden krijgen van voorgangers. Hoewel iedereen respect verdient die het vanuit een weinig evidente positie weet waar te maken, is het geen schande wanneer je hulp krijgt van anderen. Integendeel. Het is verspilling wanneer mensen hun kennis niet delen, egoïsme wanneer mensen hun ervaring voor zich houden en het is een verkeerde visie wanneer jongeren denken geen advies van meer ervaren mensen nodig te hebben.

Met de mei ’68 periode ontstond de gedachte dat de oudere generatie er één was om genadeloos van de troon te stoten, ze hadden er toch maar een boeltje van gemaakt. Ook de tradities en wijsheden waar de oude generatie aan vasthield werden gezien als gebaseerd op naïeve visies en geloof. Weg ermee! was het adagium. Op basis van rede en inzicht zou een veel betere samenleving opgebouwd kunnen worden. Een visie waarvan we ondertussen weten dat ze verkeerd is. Het kind werd met het badwater weggegooid. Het warm water bestaat reeds een hele tijd, er is dan ook geen nood aan het heruitvinden ervan. De kennis van de generaties voor ’68, de kennis van elke generatie, bedraagt heel wat meerwaarde om op verder te bouwen. De menselijke beschaving bestaat net dankzij de mogelijkheid om kennis van generatie op generatie over te dragen. De gedachte als zou de kennis van hun voorgangers nutteloos zijn, in combinatie met de vrees zelf van de tronen verstoten te worden die ze eens ingenomen hebben, heeft een ganse generatie het ideaal van het mentorschap doen vergeten. Kennis werd gezien als persoonlijke macht, ervaring als een in geld om te zetten goed.

Wanneer we alles wat we aan intellectuele schatten opgebouwd hebben voor onszelf willen houden verwaarlozen we onze meest waardevolle erfenis. Niemand wenst zijn geld en bezittingen mee te nemen in zijn graf, toch is dat wat we vandaag al te vaak zien gebeuren betreffende kennis en ervaring. Jonge mensen moeten openstaan voor de meerwaarde van de kennis en ervaring van ouderen. Maar veeleer dan de jongeren met de vinger te wijzen dienen we de huidige oudere generatie op haar verantwoordelijkheden te wijzen. De eerste stap ligt bij de generatie die met haar ervaring heel wat te bieden heeft. De gedachte van het mentorschap herintroduceren in onze samenleving zal een meerwaarde beteken voor de toekomst van onze samenleving, en brengt ons terug in contact met een visie die eeuwenlang ervoor zorgde dat men zijn verantwoordelijkheid opnam ten opzichte van de gemeenschap en de mensheid.

Pieter M