dinsdag, augustus 30, 2005

Keulen 05











Keulen 05

De Wereldjongerendagen te Keulen waren voor honderdduizenden jongeren een zoeken naar “iets meer”. Iets dat onze huidige consumptiemaatschappij deze jongeren niet kan bieden. We moeten dergelijke zaken naar waarde schatten. Als festivals als Werchter en Pukkelpop grote aantallen samenbrengen worden deze eerder banale “verbroederingen” als uniek en speciaal omschreven door onze Vlaamse media. De jongeren te Keulen komen samen op zoek naar waarden die verder gaan dan commerciële gratuite samenhorigheid. De tijd is er om dergelijke maatschappelijke stromingen, die terug belang hechten aan echte waarden, au serieux te nemen.

Benjamin D

De uitstraling van de macht



De uitstraling van de macht

In het glamourblad Exclusief verkondigd Siegfried Bracke zijn bewondering voor bepaalde niet nader genoemde knappe koppen die in elke politieke partij wel terug te vinden zijn. Bracke is er van overtuigd dat deze mensen in andere carrières veel meer zouden kunnen verdienen en is dan ook onder de indruk van hun maatschappelijke engagement dat hen voor de politiek deed en doet kiezen. Een vaak gehoorde uitspraak bij mensen die onrechtstreeks met politiek bezig zijn. Voor het geld moet je het in de politiek namelijk niet gaan zoeken. Toch horen we even vaak dat de politici overbetaald zijn en moeten ze nu een overzicht geven van al hun mandaten om zo hun vermogen in het oog te kunnen houden. Een goede zaak uiteraard, maar voor het geld moesten ze het toch niet doen? Al moeten onze ministers het inderdaad met minder stellen dan sommigen zogenaamde topmanagers, het feit dat de Belgische en Vlaamse ministers in de vergelijking met hun Europese ambtgenoten helemaal bovenaan de loonlijst staan toont echter aan dat onze politieke toppers eigenlijk nog zo slecht niet boeren.
De weg naar die topposities binnen het politieke wereldje is echter helemaal niet zo simpel. Terwijl in de privé goede prestaties de kansen tot promotie doen ontstaan gaat het in de politiek wel even anders. Jarenlang binnen de partij recepties doen, netwerken en overal sympathiek gaan doen om een plaats op de lijst te krijgen en daarnaast ook nog eens een potentieel kiespubliek opbouwen. Weken onbetaald verlof nemen en van je eigen geld investeren om campagne te gaan voeren en met wat geluk een plaatsje te verdienen in een gemeenteraad of ooit zelfs in een parlement. Dan na jaren al dan niet hard werken vaststellen dat enkel je woonplaats, provincie, eventueel je stand maar vooral je imago een rol spelen bij het al dan niet toegewezen krijgen van een ministerpost. Het is inderdaad allemaal niet evident en dan druk ik me hier nog zeer zacht uit. Anderen krijgen het dan weer allemaal in de schoot geworpen. De juiste achternaam, de in een ander domein reeds vergaarde bekendheid, het juiste kapsel en tegenwoordig zelfs het juiste geslacht kunnen je in no time tot de top doen komen. Politiek wordt zeker niet voor niets een hondenstiel genoemd , waardoor steeds minder mensen dan ook geïnteresseerd zouden zijn in een leven in dienst als vertegenwoordiger van de burger. Toch blijven er bij elke verkiezing hevige strijden ontstaan binnen een partij onder kandidaat-kandidaten. De personen die tijdens de campagne gezamenlijk breed glimlachend naar buiten komen zijn de maanden voor de definitieve lijst opgesteld wordt in verwoede strijd met elkaar om de beste plaatsen te bemachtigen. Je grootste tegenstanders binnen de politiek zijn je eigen partijgenoten. En aan tegenstanders en concurrenten geen gebrek. Wat doet die mensen kiezen en vechten voor de kans om een onderbetaalde hondenstiel uit te oefenen? Het maatschappelijk engagement? De kans iets te betekenen voor de mensen? Dergelijke “Dag Allemaal”-uitspraken kunnen we toch moeilijk boven het niveau van propaganda verheven? De conclusie is blijkbaar enerzijds dat velen toch vinden dat een politiek mandaat hen meer dan genoeg zal vergoeden naar hun prestaties en mogelijkheden. Voor velen is het anderzijds echter tevens en vooral de uitstraling van het politieke wereldje. Een uitstraling die gebaseerd is op die van macht, alhoewel het overgrote deel van de politici zo goed als niets van macht hebben. Toch doet de kans om ooit een eigen plaatsje in de rode of groene zeteltjes van het gebouw aan de Wetstraat te hebben menig hart sneller slaan. Een illusie van macht en de uitstraling die daarmee samengaat, dat is de reden waarom men aan politiek doet. Bestaan er dan geen idealisten meer in de politiek? Uiteraard wel, maar om het tot de Wetstraat te schoppen moet je menig compromis sluiten en nog meer idealen laten varen. In de Wetstraat zijn ze dus in ieder geval niet terug te vinden. Het laatste wat ondergetekende echter wil doen is nog maar eens een nieuwe bijdrage aan de anti-politiek leveren. Het politieke ambt is er een van zeer groot belang in onze democratische samenleving. Iemand die er voor kiest de burger te vertegenwoordigen is meer dan een verdienstelijk persoon. Van waar dan de bovenvermelde kritiek dat bij de meeste politici die het tot de top schoppen voornamelijk de illusie van de macht aan de basis zou liggen? De kritiek hier is er eigenlijk geen op de politiek en politici maar op de manier waarop men vandaag zijn of haar vertegenwoordigers kiest. Klant is koning en de kiezer heeft altijd gelijk? Als de kiezer een sympathiek en vlotpratende vertegenwoordiger wenst dan hebben ze die vandaag ook. Wensen ze een vertegenwoordiger die kwaliteitsvol werk levert, dan zal er toch een grote mentaliteitswijziging bij de burger en de maatschappij moeten ontstaan. Vlot overkomen in de media, een mooi gezichtje hebben of de ideale schoonzoon zijn, het zijn mooie eigenschappen maar ze zijn allesbehalve garanties voor goede bestuurders. Laat ons waarde hechten aan de eigenschappen die van een politieker een goede bestuurder maken en misschien krijgen we dan ook eens een degelijk beleid.

Benjamin D

vrijdag, augustus 19, 2005

Kwantiteit vs. kwaliteit



Kwantiteit vs. kwaliteit

Onlangs bleek dat de president van de Verenigde Staten goed op weg is het record te breken van Amerikaans president die het meeste vakantie neemt tijdens zijn ambt. Een eer die totnogtoe weggelegd was voor de “grootste Amerikaan ooit” Ronald Reagan. Een vijfde van zijn tijd als president sinds 2001 brengt George W. door op zijn ranch in Texas. In de hedendaagse mentaliteit waarbij het bijna als trendy gezien wordt om een hartaanval te krijgen voor je 50e ten gevolge van te hard te werken is het een verfrissing te zien dat de zogezegde leider van de vrije wereld wel tijd genoeg neemt om te ontspannen. Ondanks wat vandaag de dag maar al te vaak schering en inslag is, hoeft het toch helemaal niet dat een persoon die een topfunctie uitoefent 14 uur en meer werkt per dag? Waar het om draait is dat de mensen die de topfuncties uitvoeren de situatie goed kunnen inschatten, wijze en bepalende beslissingen kunnen nemen en de uitvoering ervan delegeren aan de meest bekwame personen. Daarnaast genoeg tijd sparend voor rust en ontspanning om deze zaken fris en uitgerust aan te kunnen pakken, alsook voor studie om zich ernaast bij te scholen en te verrijken over de meest uiteenlopende zaken die bijdragen aan hun algemene vorming en kennis. Dit alles draagt bij tot de persoon die de topfunctie moet uitvoeren en dus ook tot zijn, of haar, beleid. Laat ons pleiten voor een maatschappelijk klimaat waarbij de mensen worden beoordeeld niet op de kwantiteit maar op de kwaliteit van hun prestaties. Dat president Bush meer vakantie neemt dan zijn voorgangers hoeft dus zeker en vast niet als negatief afgedaan te worden. Ook al zal het besluit misschien gelijkaardig zijn, toch kunnen we de 43e president van de Verenigde Staten beter afrekenen op de kwaliteit dan op de kwantiteit van zijn werk.

Pieter M

China
















China

Ter Zake Zomer van vrijdag 12 augustus bood ons een reportage aan waarin enkele rijken van het nieuwe China aan bod kwamen. China heeft de laatste jaren met een ongelofelijke versnelling de weg ingezet naar een economische supermacht. Sinds het communisme het kapitalisme verving, verhuizen onze fabrieken naar China, overspoelen Chinese goederen onze markt en is China ’s werelds grootste importeur geworden. De Chinese markt is dan ook overweldigend groot, honderden miljoenen consumenten en nog eens honderden miljoenen potentiële consumenten die snakken naar een “Westerse” levensstandaard met alles erop en eraan. En daar willen de Chinezen dan ook voor werken, hard voor werken. Niet enkel de Westerse bedrijven die China binnentrekken, maar ook heel wat Chinezen zelf slagen erin dankzij deze reusachtige markt van consumenten grote rijkdommen te vergaren. In de reportage zagen we een man die in de vastgoedmarkt en andere niet nader genoemde zaken een waar fortuin had vergaard. Een andere jonge vrouw was in enkele jaren miljardair geworden dankzij haar bedrijfje. Na eerst het kapitalistische systeem aangenomen te hebben van de Verenigde Staten, wordt nu blijkbaar ook de “from rages to riches” American Dream overgenomen. Toch niet helemaal echter. Want alle rijken die aan bod kwamen waren zeer duidelijk omtrent een zaak; zonder de steun van de partij was hun rijkdom nooit mogelijk geweest. China mag dan officieus overgestapt zijn naar het kapitalisme, officieel is het nog steeds communistisch. Al is het enige waarlijk communistische aspect aan hedendaags China de partij. In China is de communistische partij nog steeds oppermachtig. De Olympische Spelen die in 2008 Peking als gaststad zullen kennen moet het paradepaartje van het nieuwe China worden. De wereld zal daar pas echt kennis maken met het land dat alle troeven in handen heeft om over enkele jaren een absolute supermacht te worden. Hele delen van Peking moeten er dan ook aan geloven om van de stad een ware metropool voor de supermacht van de 21e eeuw te maken. Ook de verhalen omtrent de reusachtige dammen die in China gebouwd worden illustreren de macht van de partij. Hele gebieden worden zomaar ontruimd en moeten er aan geloven als de partij dunkt dat dit in het voordeel van het algemene belang van China is. Ook in de reportage zagen we de bouwwerf van een van de nieuwe rijken. Hij bouwde net buiten Peking een reusachtig kasteel in Franse Louis XIV-stijl. Ook daar hadden hele dorpen plaats moeten ruimen om dit project ter meerdere eer en glorie van de zakenman in kwestie, maar tevens van de partij en het nieuwe China, te kunnen verwezenlijken.
Wat kan de Westerse wereld meer dan afgunstigte kijken naar de vele mogelijkheden die dit land heeft binnen het kapitalistische systeem en te proberen haar graantje mee te pikken? Een vertegenwoordiger van General Motors die een nieuwe fabriek wilde bouwen moest eerst langs bij de plaatselijke bouwmagnaat. Zonder die man, die van de partij de toestemming had al het bouwwerk in die bepaalde regio uit te voeren, zou de fabriek er namelijk niet kunnen komen. Braaf de plaatselijke gebruiken ondergaand zagen we de Amerikaan, vertegenwoordiger van een volk dat anders zo “to the point” is en “time Money” vindt, de hele eerste afspraak braaf luisteren naar het overzicht van de verwezenlijkingen van de bouwmagnaat. Zelfs geen kik gevend toen de Chinees bij het begin van het gesprek in een zakdoekje zijn keel ontdeed van een fluim dat hij doorgaf aan zijn assistente.
De Westerse wereld legt zich neer bij de situatie van de oppermacht die een in se dictatoriaal regime over het land uitoefent. Voorlopig zullen we bij de bevolking zelf ook geen te luide schreeuwen naar democratie moeten verwachten. De kansen om eindelijk een degelijke boterham en vooral een gsm, televisie en auto te verdienen zijn te mooi om niet dankbaar te aanvaarden. Maar eens de tv en de auto evidenties worden, en er een nieuwe klasse opstaat die waarlijk volgens de kapitalistische regels en wetten wil gaan concurreren op de markt zal het imperium van de door de partij verleende monopolies in vraag gesteld worden. Een dictatoriaal systeem waarin een partij bepaalt wie wel en wie niet de grote rijkdommen mag vergaren kan niet samengaan met de open markt structuur van het kapitalisme. Wanneer meer en meer Chinezen zich op de markt zullen willen smijten om, de concurrentie aangaand, tevens de grote fortuinen na te jagen zal blijken dat de partij niet langer aan haar macht zal kunnen vasthouden. Hopelijk kan dan ook deze toekomstige grootmacht democratisch worden.

Pieter M

vrijdag, augustus 05, 2005

Moslimterrorisme













Moslimterrorisme

De strijd van de moslimterroristen kan bezwaarlijk één tegen de westerse wereld genoemd worden. Landen als Egypte, Marokko, Tunesië, Saoudie-Arabië, Kenia, Indonesië, Turkije, ... werden evenzeer het slachtoffer van het Al Quaeda-terreurnetwerk.
Het is daarentegen een strijd tegen de moderniteit, i.e. de westerse, vrije manier van leven. Irak is hier het zuiverste voorbeeld van: Dag in dag uit, zijn het de gewone burgers ( moslims! ) die het slachtoffer worden van terreuraanslagen. Waarom worden zij geviseerd? Omdat alles moet gedaan worden om te verhinderen dat Irak kan uitgroeien tot een democratische staat waarin mensen zelf hun manier hun leven kunnen bepalen.
De aanslagen op Bali, die 88 Australiërs het leven kostten, vonden plaats vooraleer Australië deel had genomen aan de Irak-oorlog. Bin Laden refereert voor het eerst aan Australië in de context van Oost-Timor. Wil dit dan zeggen dat Australië daar geen vredesmissie had mogen uitvoeren en die bevolking ginder had moeten overleveren aan etnisch geweld? Turkije, waar 99% van de bevolking moslim is en dat zich uitdrukkelijk van de Irak-oorlog gedistantieerd heeft, werd vorig jaar in Istanboel het slachtoffer van Al Quaeda terreur-aanslagen. Ook de 11 september aanslagen vonden plaats voor de Irak én Afghanistan-oorlog en werden reeds gepland en voorbereid in het tijdperk Clinton.
Of opportunistische beweegredenen aan de grondslag lagen van de deelnemers van de Irak-oorlog valt te betwijfelen. Wat echter niet te betwijfelen valt, is dat opportunistische beweegredenen aan de basis liggen van de terugtrekking van de Spaanse, Nederlandse en een aantal Oost-Europese troepen. Zij laten de gewone Iraakse bevolking in de steek, die het grote mikpunt is van bovengenoemde barbaren. Het doet onwillekeurig denken aan de houding van de Belgen in Rwanda destijds.
De redenering die vele vandaag de dag maken is pervers: door zich af te vragen waaraan we die aanslagen verdiend hebben, doet men précies wat de terroristen willen. Zij willen namelijk niets liever dan dat we de zaken omdraaien en gaan denken dat deze aanslagen onze schuld zijn. Tony Blair drukte het mooi uit: de enige schuldigen voor deze aanslagen zijn de terroristen zelf!

Alexander L