donderdag, juli 27, 2006

Asielzoekers in de scholen










Enkele maanden nadat Kardinaal Danneels verklaarde de kerkbezettingen te steunen, geeft de Vlaamse directeur van de katholieke onderwijskoepel, Mieke Vanhecke, ook haar goedkeuring aan de bezetting van scholen door asielzoekers. Dit deed ze op vraag van Udep, de organisatie die ijvert voor mensen zonder papieren. Volgens haar zijn dergerlijke acties belangrijk omdat ze zouden aantonen dat er “een maatschappelijk draagvlak is voor een humaner asielbeleid”. Ze verklaarde dat het katholiek onderwijs actief wil meerwerken aan het bezetten van haar schoolgebouwen door asielzoekers.
De vraag is echter wat Mieke Vanhecke hiermee wil bereiken. Hiermee doet ze immers een politiek statement, dit terwijl de paarse regering de asielprocedure juist hervormd heeft, waardoor asielzoekers veel sneller dan vroeger zullen weten of hun aanvraag ontvankelijk is of niet. Is ze dit niet, dan lijkt het mij logisch dat de regering tot de uitwijzing overgaat. Als Mieke Vanhecke hiermee de katholieke scholen aanzet tot het helpen omzeilen van de wet, dan is ze verkeerd bezig.
Ook Urbain Lavigne van het gemeenschapsonderwijs vindt dat het niet de taak is van het onderwijs om vluchtelingen op te vangen en wettelijke procedures van de overheid in twijfel te trekken.
Een aantal katholieke scholen en de voorzitter van de Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen verzetten zich tegen het standpunt van Mieke Vanhecke: zij vinden dat het niet hun taak is om op een georganiseerde manier de wetgever tegen te werken.
Hoewel ik het oneens was met het standpunt van de Belgische katholieke kerk omtrent de kerkbezettingen, kon ik er nog zeer vaag begrip voor opbrengen: Het is immers een christelijke plicht solidair te zijn met de minderbedeelden en de zwakkeren in onze samenleving. De taak van het katholiek onderwijs is echter in de eerste plaats om onderwijs te verschaffen, zij het dan christelijk geïnspireerd. Daarvoor krijgt zij ook in de eerste plaats haar subsidies. Wanneer die positie echter gebruikt wordt om de wetgever en de regering tegen te werken, dan overschrijdt zij m.i. de taak die haar toegekend is. Ik ben trouwens benieuwd hoe Mieke Vanhecke zal reageren als, zoals Stefaan Noreilde ( VLD ) terecht opmerkt, politieagenten de asielzoekers in de scholen met geweld moeten ontzetten en welke boodschap ze dan aan haar leerlingen, die weken met de families van de asielzoekers in contact gekomen zijn, zal meegeven?
Misschien moet Mieke Vanhecke nog wennen aan het feit dat ze nu niet langer politica, maar directeur-generaal van de koepel van het katholiek onderwijs is...

Alexander L

vrijdag, juli 07, 2006

Instabiliteit in Azië















Nadat het dictatoriale regime in Pyongyang deze week raketproeven had gehouden barstte er wereldwijd onrust en harde kritiek los. Ondanks dat het om proeven ging waarbij alle raketten terecht kwamen in zee is deze onrust terecht.
De reden voor deze onrust is immers de Taepodong-2, een langeafstandsraket die met alle gemak Alaska kan bereiken.
Toen de kritiek hierop steeg waarschuwde Noord-Korea meteen de internationale gemeenschap dat ze harde fysieke acties zouden ondernemen als men zou proberen het land onder druk te zetten.
Noord-Korea moet zich echter geen zorgen maken voor internationale druk komende van de Veiligheidsraad. Zoals gewoonlijk zorgden China en Rusland ervoor dat er geen enkele vorm van sanctie genomen werd tegen Noord-Korea.

Het regime in Pyongyang kan duidelijk op de steun van China rekenen.
Het is China dat Kim Jong-il in het zadel houdt, het is China dat de belangrijkste handelspartner is van Noord-Korea, het is China dat het leger van Noord-Korea traint én uitrust en het is wederom China dat enige vorm van internationale sancties komende van de Veiligheidsraad steeds weer blokkeert met zijn vetorecht.
Vanwaar komt deze steun? Het is in ieder geval duidelijk dat ze er al langer is dan vandaag. Noord-Korea vormt al sinds 1953 een bufferstaat tegen westerse invloed. En daarin ligt meteen haar waarde voor China.
China ziet zichzelf als de staat die het voortouw neemt in Azië, de grootmacht van de regio. Om dit te doen moet de invloed van anderen in de regio (Amerikaanse troepen in Zuid-Korea, Japan) uiteraard terug gedrongen worden. Een rol die Noord-Korea perfect kan spelen.

In De Standaard stelt Jonathan Holslag de terechte vraag in welke mate China de toestand nog onder controle heeft.
Het is duidelijk dat China geen nieuwe kernmogendheid als buurstaat wil, maar de Chinezen
kunnen niet zonder meer hun diplomatieke controle op Noord-Korea verhogen zonder de geloofwaardigheid van de Chinese diplomatie belachelijk te maken. Respect voor eigen beslissingen van ieder land is immers een gekend Chinees argument.
Teglijkertijd gaat er ook veel aandacht en moeite naar het proberen te voorkomen van elke vorm van toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea. Een terug verenigd Korea zou een nieuwe grootmacht en belangrijke speler in de regio kunnen worden en zo een nieuwe concurrent voor China.
Recente nieuwsberichten dat Zuid- en Noord-Korea de mogelijkheid tot communicatie open houden zal dan ook met argusogen gevolgd worden vanuit Peking.

Als China zijn bufferstaat niet meer onder controle heeft is het terecht om vragen te stellen bij de zogenaamde voortrekkersrol van China in de regio. Noord-Korea is een potentieel immens probleem en grote dreiging voor de internationale gemeenschap. Als China er in faalt deze probleemstaat nog langer te controleren maar ze tegelijkertijd weigert te sanctioneren kan dit enkel leiden tot een stijgende instabiliteit in de regio. Dit gebrek aan veiligheid en stabiliteit in de regio kan niet zonder gevolgen blijven en zal zich zeker wreken op China en kan verregaande gevolgen hebben voor de gehele regio en wereld.

Maarten M

donderdag, juli 06, 2006

Qui pardonne au crime devient complice













Qui pardonne au crime devient complice

(reactie op "Wie haat zaait, zal storm oogsten", Standaard, 5 juli 2006)

De volkenrechtelijke situatie in het Midden-Oosten is sinds gisteren drastisch veranderd. De uomo universale van onze tijden, Etienne Vermeersch, liet gisteren aan de wereld immers weten dat hij de huidige Israëlische regering niet meer erkent zolang deze niet ingaat op zijn eisen (DS 05/07). Vermeersch neemt het niet langer dat Israël de Palestijnse autoriteit miskent in haar democratische legitimiteit. Wij vragen ons echter af sinds wanneer een (interne) democratische stembusgang een absolute carte blanche oplevert voor de uitvoerende macht, a fortiori in de context van haar buitenlandbeleid. Wij leerden immers van Vermeersch waarom het Vlaams Belang nooit deel mag uitmaken van enige bestuursmeerderheid in Vlaanderen. Van Israël daarentegen verwacht Vermeersch dat het, in volle Chamberlain traditie, Hamas alle lekkernijen van de democratische rechtsstaat onvoorwaardelijk cadeau doet, in het bijzonder de diverse internationaalrechtelijke immuniteiten voor de uitvoerende en wetgevende macht. In zijn pleidooi hiervoor citeerde hij een twijfelende woordvoerder van het Israëlische ministerie van Justitie (“Ik weet niet zeker of ze immuniteit genoten”). In alle bescheidenheid menen wij daarentegen dat het arresteren van terreurverantwoordelijken een moreel gepaste reactie is. Wij kunnen ons immers terugvinden in de verantwoording van de alom gerespecteerde progressieve Israëlische politicus, Ben Eliezer: No one is immune. This is not a government, it is a murderous organization (Haaretz, 01/07). Vanzelfsprekend biedt een kritische benadering van Israëls’ offensief in de gazastrook een meerwaarde aan het debat. Een ongenuanceerdsympathiseren met terreurdaden wekt echter de illusie van een morele rechtvaardiging. Vermeersch stelt immers zonder enige schaamte dat hij het slechts oneens is met sommige standpunten en acties van Hamas. Afgezien van de vraag met welke Vermeersch het dan wel eens is (onschuldige burgers vermoorden, soldaten ontvoeren, Kassam raketten afvuren op burgerdoelwitten, anarchie organiseren in de Palestijnse autoriteit …), zien wij niet in waarom Israël, als democratische rechtsstaat, niet militair zou mogen optreden tegen terroristische aanvallen tegen haar ingezetenen, tenzij men het natuurlijk eens is met de oerbelofte van Hamas: de Endlösung van de staat Israël. Voltaire indachtig, achten wij het onfatsoenlijk om dergelijke aspiraties aanvaardbaar te willen voorstellen: Qui pardonne au crime devient complice.

Alexander L & Pieter-Jan S