donderdag, december 22, 2005

Een "Huize Europa"










Een “Huize Europa”

Onlangs stond in de krant te lezen dat de bekende auteur Benno Barnard slaags was geraakt op een trein met een andere treinreiziger. Een man van Arabische afkomst weigerde op vraag van de treinbegeleidster zijn sigaret te doven waarop de auteur de sigaret uit de mond van de man haalde. Daarop sloeg de man van Arabische afkomst, die eerder overigens net voor een Congolese vrouw op de grond had gespuwd, hem. Barnard sloeg de man terug en uiteindelijk konden twee andere passagiers de agressieveling in bedwang houden tot de politie hem in het eerstvolgende station kwam ophalen.
De anti-nationalistische Barnard is bestuurslid van Bplus. Een drukkingsgroep die pleit voor een versterkt federaal België. Onder andere Bart De Wever mocht het vorig jaar nog ontgelden vanwege zijn, aldus Barnard, sympathieën voor de minder eerbare aspecten van de Vlaamse ontvoogdingstrijd.
Barnard’s verregaande adoratie voor ons federale systeem lijkt vanwege zijn Nederlandse nationaliteit echter eerder als puur ideologisch dan als emotioneel te verklaren (alhoewel ideologie en emotie vaak bloedverwanten zijn).
In de Huizinga-lezing die hij in 2002 mocht geven, “Tegen de draad van de tijd. De ware aard van Europa” is een beeld terug te vinden van de ideologische onderbouw van deze auteur.
Volgens Barnard stierf het ware Europa in 1914. Het begin van de Eerste Wereldoorlog betekende ook het einde van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie met de Habsburgse keizers aan het hoofd. Voor Barnard is de Donaumonarchie namelijk het ideaalbeeld dat het huidige Europa na zou moeten streven.
Een rijk waar meerdere volkeren en talen in zogenaamd wederzijds respect met elkaar samenleven. Een ideaalbeeld natuurlijk, maar voor Barnard het Europa waar alles zou moeten worden zoals het nooit geweest is.
Zijn Europa verwoordt hij dan ook aan de hand van Roth die zijn vaderland omschreef als:”Mijn oude Heimat, de monarchie, was een groot huis met vele deuren en kamers, voor verschillende soorten mensen. Het huis werd opgedeeld, gespleten, vernield. Ik heb er niets meer te zoeken.” Volgens Barnard een geschikte uitspraak om in Sarajevo of Brussel uit te hangen. Nationalisme is voor hem dan ook de splijtzwam die het grote huis opdeelde waar eens voorheen iedereen onderdak in vond.
Volgens Barnard was het het nationalisme dat een aangenaam en fatsoenlijk samenlevingsmodel wist te verpesten.
In de Donaumonarchie liep heel wat mis, maar dat zou een moderne vorm van rechtsgelijkheid en een dito scheiding van kerk en staat, samen met enkele wijzigingen inzake de positie van de regio’s, volgens Barnard kunnen rechttrekken.
Barnard’s Europa is geen Europa dat naar centralisme neigt, noch een Europa dat enkel een economische samenwerking is. Het is waarlijk een Huize Europa. Een Europa waarin elk volk en elke taal een evenwaardige plaats kent, waarin iedereen zijn eigen kamer heeft, maar waarin iedereen elkaar tegenkomt in de gangen van het grote gemeenschappelijke gebouw.
Samenwonen in een huis kan enkel mits duidelijke afspraken, mits duidelijke regels, en deze kunnen enkel tot stand komen indien er wederzijds respect is.
Waarom het huis afbreken en onderverdelen in appartementen, als we er samen terug een groots en statig huis van kunnen maken. Een Huize Europa.
Hoe we een dergelijk ideaalbeeld moeten concretiseren, zeker binnen de huidige periode van EU-impasse is onduidelijk; dat ze als ideologische onderbouw zou kunnen gebruikt worden om uit deze impasse te komen is in ieder geval niet ondenkbaar.
Ook op vragen over wat Europa precies is geeft Barnard zijn mening weer. Als rode draad in zijn tekst geld de stad Czernowitz. Vandaag gelegen in Oekraïne, maar ooit een stad aan de rand van de Donaumonarchie, niet anders dan Leuven of Maastricht, waar de wereldberoemde econoom Schumpeter doceerde en zijn “Theorie der wirtschaftlichen Entwicklung” schreef.
Onze geschiedenis brengt Huize Europa nu eenmaal, zo omschrijft Barnard op poëtische manier, tot aan de Russische beer en de islam van Attatürk.
Onze geschiedenis is voor Barnard dan ook uiterst belangrijk. Het maakt deel uit van onze Europese beschaving.
Het belang dat hij hecht aan de geschiedenis wortelt dan ook in zijn geloof in de kracht van het conservatisme. Het geheim van de verlossing ligt hem namelijk in de herinnering leerde de talmoed ons al.
Een open visie op Europa, waarbij het verleden de basis vormt van het potentieel voor de toekomst, dit is waar we nu naar moeten streven willen we het project van vrede en welvaart voor ons continent een nieuwe kans geven.

Benno Barnard is een noemenswaardig auteur en dichter maar staat niet bekend als een groots ideoloog. Ook zijn Huizinga-lezing is niet bepaald een politiek traktaat. Toch kunnen we in die tekst van hem heel wat ideologisch krachtige zaken terugvinden.
Wat leren we van Barnard? Dat conservatisme ons doet kijken naar het verleden, dat we uit onze fouten kunnen leren en bij het uitstippelen van onze weg rekening dienen te houden met de reeds afgelegde weg die ons gebracht heeft tot op het huidige punt. Echter evenzeer dat we niet in Roth’s conservatisme mogen vervallen en schreeuwen dat alles dient te blijven zoals het nooit geweest is.
De visie van een Huize Europa mag tevens niet zomaar van tafel geveegd worden. Ze is uiteraard lang niet onderbouwd genoeg om het complexe probleem dat Europa is aan te pakken. Noch diepgaand genoeg om effectief als theorie te dienen voor een alternatieve structuur van onze Europese samenwerking. Maar als onderliggende basisgedachte van de ideologie waarop we ons Europa kunnen creëren kan het Huize Europa-gedachte ongetwijfeld een grote rol spelen.
Als de inwoners van het huis echter geen respect voor elkaar kunnen hebben, als ze niet op een correcte manier met elkaar kunnen omgaan, dan zullen de muren van het huis niet lang kunnen blijven rechtstaan.
Er loopt veel mis rondom ons, maar we blijven de andere kant opkijken. Benno Barnard stond niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk op en reageerde op wat hij rondom hem zag misgaan. Dat dit met agressie gepaard gaat, spreekt weinig goeds over de man, maar hoeveel mensen reageren vandaag de dag nog wanneer hun medemens over de schreef gaat en daarbij vaak anderen kwetst? Het aanspreken van anderen en in contact treden met de medemens, ook het hen verantwoordelijk stellen voor de onaanvaardbare zaken die gebeuren, zijn zaken die we in onze geïndividualiseerde alles-kan-alles-mag-maatschappij verloren zijn.
Laten we ze terug omarmen, daarbij echter steeds wakend voor het verstarrende opgeheven vingertje of nog erger de opgelegde dwang.
De eerste stap naar een Huize Europa ligt namelijk niet alleen aan het Schumannplein te Brussel, maar evenzeer aan het stationsplein van Brussel-Zuid.

Pieter M

woensdag, december 14, 2005

Ngo’s: het nieuwe slachtoffer van Poetin













Ngo’s: het nieuwe slachtoffer van Poetin

Wederom heeft Vladimir Poetin een stukje van de democratie afgeknabbeld en in zijn eigen invloedsfeer gebracht.
Na de media, de jeugdbewegingen enzoverder was het nu de beurt aan de ngo’s (niet-gouvernementele ondernemingen).

De Doema heeft onlangs een wet aangenomen waardoor alle ngo’s in Rusland verplicht zijn zich te laten registreren onder strengere regels. De ngo’s die zich dan volgens de staat met “extremistische” activiteiten bezig houden of eraan gelinkt kunnen worden zullen dan verboden worden om nog langer geld te ontvangen van buiten Rusland.
Een preciese omschrijving van wat die extremistische activiteiten dan wel mogen zijn is echter niet bekend. Hierdoor kan het uiteraard dat bepaalde ngo’s geweigerd zullen worden op basis van een puur politieke motivatie. Met andere woorden, het Kremlin kan voortaan perfect zelf beslissen naar welke ngo’s het geld gaat, waardoor het Kremlin nog maar eens een brokje van de macht naar zich toetrekt.
Hierdoor moeten zelfs vreedzame initiatieven als Human Rights Watch en Amnesty International beginnen vrezen voor hun bestaansrecht in het Rusland van Poetin.

Officieel is deze wet ingediend om een beter zicht te krijgen op alle organisaties in Rusland, waarvan, volgens de regering, een hele pak slechts bestaan om terroristische groeperingen te financieren of geld wit te wassen.
De werkelijke verklaring is dezelfde verklaring als uit mijn vorig werk over Poetin: de vrees van het Kremlin om ook met een revolutie te maken te krijgen zoals in Oekraïne en Kirgistan.
Poetin is er van overtuigd dat deze revoluties er zijn gekomen met steun en (financiële) hulp van buitenaf en is aldus bezig met alle facetten van de macht één voor één op te slorpen.

Een tiental ngo’s hebben wild geprotesteerd tegen deze nieuwe wet die volgens hen in tegenspraak is met een aantal internationale wetten, die ook Rusland ondertekend heeft.
Het was dan ook geen verrassing om onlangs te zien dat het groeiende ongenoegen aan westerse kant over Poetin tot uiting kwam in het rapport van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Hierin werd gezegd dat de evolutie naar een democratie in Rusland, die na de val van het communisme is ingezet, stilaan niet enkel stil staat maar dat Rusland weer aan de omgekeerde beweging bezig is.

Dit probleem is onlangs ook aangekaart door de wereldberoemde schaker Kasparov in het Europese Parlement.
Deze Kasparov heeft duidelijk een nieuwe hobby gevonden, en is één van de voortrekkers van de weerstand tegen Poetin.

Hij is nu reeds een geruime tijd één van de voortrekkers van het “Commitee 2008: Free choice”. Deze groepering heeft als doel eerlijke verkiezingen in 2008 te bekomen en vreest dat Poetin gewoon als het ware zijn opvolger zal benoemen en dat het dan sowieso deze “kroonprins” zal worden.

In zijn toespraak voor het Europees Parlement wees Kasparov nog maar eens op de gevaarlijke evolutie die Rusland in zijn greep heeft en vroeg om te stoppen met te doen alsof Poetin één van ons is, want hij is het niét. Poetin is géén democraat, dus het is tijd dat het Westen stopt met hem zo voor te stellen.

Het feit dat Kasparov één van de weinige stemmen is die we nog horen is het feit dat het Kremlin niet aan hem durft komen daar hij een nationale held is, hij heeft gouden medailles gewonnen voor zowel de Sovjet-Unie als voor het nieuwe Rusland in een sport die hoog aangeschreven staat in Rusland.

Dat er ook ongenoegen heerst in het Westen werd duidelijk in de manier waarop de G7 Rusland buiten hield bij de samenkomst van de Ministers van Financiën en de centrale bankiers door die niet in Rusland te houden maar deze op het laatste nippertje te verzetten naar Londen.
Desalniettemin is deze maatregel niet genoeg want op andere bijeenkomsten blijft Rusland wel welkom, ondanks hun schaamteloze overtreden van bepaalde democratische basisprincipes.

Alles wat ik hier beschreven heb is slechts een vervolg op mijn vorige tekst waarin ik deze evolutie al beschreef en ervoor vreesde dat deze zich zou verderzetten, het is nu duidelijk dat Poetin inderdaad alles op alles aan het zetten is om ervoor te zorgen dat er geen revolutie komt in Rusland, dat zijn groepering aan de macht blijft, ook na 2008. En dat hij het niet schuwt om beetje voor beetje de democratie te verminderen en meer en meer macht naar zichzelf toe te trekken om dit te bekomen.

Het is dus dringend tijd dat het Westen stopt met Poetin af te beelden als een democraat en hem gaat beschouwen als de persoon die hij werkelijk is: een gevaar voor de democratie in Rusland, en daardoor sowieso voor het Westen. Want het kan niet ontkend worden dat Rusland door zijn demografische voordeel en zijn grondstoffen een (potentiële) grootmacht is.
Als deze dreigt niet langer een democratie te zijn, is het maar normaal dat het Westen dit met argusogen moet volgen en ingrijpen indien nodig.


Maarten M

dinsdag, december 06, 2005

Uitdagingen voor Israël



Uitdagingen voor Israël

Een recente studie van The Economist onderzocht 20 landen uit het midden-oosten, wat betreft de toestand van de politieke en de burgerlijke vrijheden. Israël bleek weer maar eens het meest vrije land te zijn ( haalde 8,20 op een schaal van 10 ). Libië daarentegen, in 2003 nog voorzitter van de zo geroemde VN-mensenrechtencommissie en kampioen in het steunen van VN-resoluties die menserechtenschendingen door Israel aanklagen, sloot de lijst met een score van 2,05.

In maart komen er nieuwe verkiezingen in Israël, belangrijke verkiezingen. Belangrijke verkiezingen omdat Israel in één van de meest cruciale periodes sinds haar ontstaan zit. Er is de dreiging van de Palestijnse terreur en discussie over de mogelijkheid van vrede, de dreiging van Iran dat wellicht aan atoomwapens aan het werken is en waarvan de leider recentelijk nog verklaarde dat ‘Israel van de map moest weggeveegd worden’, er moeten belangrijke keuzes gemaakt worden op economisch vlak en op politiek vlak is de kaart op een paar weken tijd volledig veranderd.

1. De terreur

De terreur blijkt over haar hoogtepunt heen te zijn. Dit is te verklaren door talrijke factoren: De aanpak van Sharon, die systematisch poogt de terreurnetwerken te ontmantelen. Er is de bouw van de muur op de Westelijke Jordaanoever, die ervoor zorgt dat Palestijnse terroristen steeds moeilijker Israel binnenraken. Af en toe lukt het nog, maar dat is dan te verklaren doordat er medewerking is van Israelische Arabieren die terroristen helpen binnensmokkelen in Israëlische wagens door de toegangspoorten. Eén van de uitdagingen in de strijd tegen terreur zal er voor de Israelische beleidsmakers dan ook in bestaan om die ‘smokkel’ tegen te gaan.
Het overlijden van Yasser Arafat zorgde ervoor dat een belangrijke aanmoedigingsfactor uitgeschakeld werd ( Arafat heeft hopen overheidsgeld doorgesluisd naar families van zelfmoordenaars om hen te steunen en de lokale terreurgroepen om ze ‘rustig’ te houden). De voortdurende strijd tegen de Israeli’s zorgde ervoor dat de aandacht weggeleid werd van zijn eigen corrupte beleid, dat reeds in de jaren ’90, toen de Israeli’s de Palestijnse steden niet systematisch binnenvielen en wegversperringen opzetten na een terreuraanslag, zorgde voor een krimpende Palestijnse economie en een toenemende verpaupering van de Palestijnse bevolking.
Verder is er ook de ontruiming van Gaza geweest, die ervoor zorgt dat joodse burgers in nederzettingen ( die ik zelf ook verwerpelijk vind ) niet langer een makkelijk doelwit zijn.

2. Iran

Dit land is mijns inziens een veel grotere existentiële dreiging voor Israel dan de terreur. Als Iran over atoomwapens beschikt, dan zou het met raketten van Noord-Koreaanse makelij ( The axis of evil bestaat echt! ), Israel kunnen treffen. Of het dat zou doen, is niet zeker, maar met een regime dat denkt dat het ‘Allahs wens is dat Israel van de kaart wordt weggeveegd’, kan je maar beter de gok niet wagen. Een andere mogelijkheid is dat Iran die wapens levert aan anti-Israelische terreurgroepen. Iran bewapent nu reeds sinds jaren de Hezbollah, een terreurgroep ten zuiden van Libanon en die smokkelt dan weer wapens in de Palestijnse gebieden. Een paar vuile bommen leveren aan Hezbollah zouden desastreus kunnen zijn... Iran zou een nucleaire leverancier kunnen worden van terreurgroepen en niemand die wellicht nog zou durven optreden.
Zoals het er nu naar uitziet, zullen wellicht alle diplomatieke pogingen om Iran te stoppen, falen. Als het westen dan geen militaire actie onderneemt, dan zal Israël ( net zoals ze in 1981 met Irak gedaan hebben ) een pre-emptive strike moeten overwegen. Dit is mijns inziens de grootste uitdaging waar ze nu voor staan.

3. Economisch en politiek

Op economisch vlak gaat het na enkele jaren van zware crisis eindelijk weer goed! Dit jaar zou de economie met 5% groeien en de werkloosheid terugvallen tot 8,9% ( 2% lager dan 2 jaar geleden ). Dit is te danken aan de privatiseringen die Nethanyahu als minister van Financiën doorgevoerd heeft en het op orde brengen van de staatsfinanciën ( door te snoeien in sociale uitkeringen e.d.m. ). Het armoedeprobleem is echter enorm: 1,5 miljoen van de 6 miljoen Israeli’s zou ‘arm’ zijn. De uitdaging zal erin bestaan die armoede terug te dringen zonder de overheidsfinanciën en de economische groei in gevaar te brengen! Die economische groei is immers noodzakelijk om de zware veiligheidslast te kunnen betalen. Vele ondernemingen in Israël hebben immers een security-guard aan de ingang staan ( restaurants, warenhuizen, musea, tot zelfs crèches! ), om te verhinderen dat zelfmoordenaars vrij zouden kunnen binnenlopen... Dit legt een zware last op de lokale ondernemingen en op de overheid, die afgezien van haar overheidsgebouwen, ook nog eens een grote hap uit haar budget naar het leger ziet verdwijnen. Veel geld voor sociale maatregelen is er dus niet...

Tot voor kort was er in Israel een coalitie aan de macht tussen likoed ( rechts ) en Labour ( links ). Likoed werd geleid door Ariel Sharon en Labour door Shimon Peres. Peres was in de coalitie gestapt omdat hij Sharon wou steunen in zijn terugtrekking uit Gaza. Op economisch vlak mocht Likoed zijn zin doen, wat voor wrevel zorgde bij de Labour-leden, aangezien Likoed een rechtse politiek voerde met vooral aandacht voor economische groei, maar weinig deed om de toenemende armoede tegen te gaan.
Toen er voorzittersverkiezingen waren bij Labour, kwam Amir Perets, toch enigszins verrassend, op 9 november als overwinnaar uit de verkiezingen. Hij won hiermee van Shimon Peres. Hij was op dat moment vakbondsleider van Histradut, de belangrijkste vakbond in Israel en had de sympathie van de arme Israeli’s gewonnen door in het verleden talrijke stakingen te organiseren tegen het beleid van de ex-minister van Financiën Nethanyahu ( die n.a.v. de terugtrekking uit Gaza uit protest opgestapt is ). Hiermee kwam de focus van de Israelische politiek niet enkel meer te liggen op veiligheid, maar ook op de armoede.
Perets verklaarde zijn partij terug te trekken uit de coalitie met het rechtse likoed en stevende zo aan op verkiezingen.
Sharon had met totaal andere problemen te maken: n.a.v. de terugtrekking uit Gaza, werd hij in zijn eigen partij gesaboteerd door verschillende haviken ( waaronder Nethanyahu ), die vonden dat hij toegaf aan ‘Palestijnse terreur’. In de Knesset ( het Israëlische parlement ) werden zijn voorstellen door de rebellen gesaboteerd. Toen Perets aankondigde dat hij de coalitie opblies, stond Sharon voor een moeilijke keuze: In Likoed blijven en riskeren dat hij tijdens de volgende legislatuur opnieuw door een aantal van zijn eigen partijleden zou gesaboteerd worden of een nieuwe partij oprichten, waar hij helemaal zijn zin kon doen?
Hij besliste een nieuwe centrumpartij op te richten, Kadima ( betekent ‘voorwaarts’ in het Hebreeuws ). Zijn focus zal volgende legislatuur liggen op het bereiken van vrede en ( om Labour een paar kiezers af te snoepen ); ‘the war on poverty’.
Shimon Peres, die zich in zijn eigen partij miskend voelde, besloot zich bij Sharons partij aan te sluiten.

Volgens recente peilingen zou Kadima 1/3 van de stemmen kunnen binnenhalen. ( Likoed implodeert en haalt nog een paar zetels ) Om te kunnen regeren zal ze wellicht terug een coalitie met Labour moeten sluiten. De vraag is echter of Sharon op economisch vlak niet teveel toegevingen zal moeten doen in een land dat gewoon geen geld heeft voor sociale maatregelen ( zie supra ) en of de tijd voor vredesbesprekingen wel rijp is.
Abbas heeft immers de lokale gangs en terreurgroepen nog lang niet onder controle, wat toch wel een absolute voorwaarde moet zijn om hem als een geloofwaardige gesprekspartner in vredesonderhandelingen te zien. Wellicht zal Sharon hier niet op wachten en desnoods unilateraal nog een aantal nederzettingen op de westelijke jordaanoever ontmantelen. De verdediging daarvan kost immers handenvol geld en door die concessies te doen, kan hij hopen de grotere blokken op termijn te kunnen behouden...
Wat er gebeurt met Iran is nog niet duidelijk en zal hoe dan ook afhangen van het slagen of falen van de internationale gemeenschap om Iran van zijn nucleaire ambities te doen afzien.
Hoe dan ook, het beloven spannende tijden te worden voor Israël...

Alexander L